Bekijk hoe alle politieke partijen staan tegenover deze stelling
Woningen zijn om in te wonen, niet om geld mee te verdienen. Daarom is het goed als een vast deel van de woningen voor een eerlijke prijs wordt verhuurd door corporaties, die niet als doel hebben om winst te maken. Zo zorgen we voor fijne, gemengde wijken en verkleinen we de kloof in de samenleving.
D66 wil fors meer betaalbare huurwoningen, 30% van heel Nederland. Dat vraagt een inhaalslag. D66 wil waar het kan harde eisen voor meer betaalbare huur. We willen alleen niet dat regels woningbouw in de weg zitten. Daarom zullen we op andere plekken juist meer koopwoningen of middenhuur eisen.
We zorgen voor één miljoen extra betaalbare huurwoningen, met een maximale huur van 800 euro. Dat doen we via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden, splitsen, optoppen, het terugkopen van te dure huurwoningen en door sloop te voorkomen. De droom van betaalbaar wonen maken wij zo realiteit.
DENK staat voor méér betaalbare huurwoningen.
Wonen is een recht, geen luxe. Het is schandalig dat mensen soms wel vijftien jaar moeten wachten op een sociale huurwoning. Daarom willen wij dat minstens 40% van de woningen sociale huur zijn. Door meer huizen te bouwen en doorstroom te stimuleren, kunnen we de wachtlijsten korter maken.
Woningnood is een groot kwaad dat snel opgelost moet worden.
We pleiten voor een Nationaal Bouwbedrijf dat op grote schaal uitsluitend hoogwaardige sociale huurwoningen bouwt. Alleen zo krijgen mensen weer zekerheid op een huis, en doorbreken we de macht van projectontwikkelaars en speculanten die vooral duur willen bouwen en verhuren.
De Piratenpartij ziet betaalbare woonruimte als basisrecht. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn te lang. Veel mensen zitten tegen hun wil in een woning die veel duurder is dan bij hun inkomen past. Daarom is meer dan 35% sociaal nodig. Er is geen tekort aan dure woningen; wel aan goedkope
Ook in de sociale huursector moeten mensen in hun eigen dorp of wijk kunnen blijven wonen. Tevens gaat er voorrang naar wie sociaal of economisch verbonden is aan de streek, zowel bij huur als nieuwbouw koop. Het streefpercentage is minimaal 50%; woningcorporaties krijgen dit als expliciete taak.
Qua nieuw te bouwen woningen zal 35% sociale huurwoningen moeten zijn om aan de enorme vraag te kunnen voldoen.
De PVV is niet alleen voor de bouw van meer sociale huurwoningen, maar ook voor meer betaalbare koopwoningen en middenhuurwoningen.
Allerlei betaalbaarheidseisen maken woningbouw complexer en vertragen de bouw. Wij zijn tegen deze verplichting omdat het de bouw van huizen moeilijker maakt. Nederland heeft juist snel meer huizen nodig.
De woningnood raakt vooral mensen met een smalle beurs. NSC wil dat 30% van de nieuwbouw sociale huur wordt en 2/3e betaalbaar. Een eis van 35% gaat te ver omdat ontwikkelaars en investeerders ook een net rendement moeten kunnen maken om zelf overeind te blijven.
Maximaal 30 procent van de nieuwe woningen moet sociale huur zijn. Woningcorporaties worden gestimuleerd om jaarlijks 30.000 sociale huurwoningen te bouwen. BBB legt extra nadruk op woningen voor de middengroepen, zodat wonen voor iedereen bereikbaar blijft.
Het CDA wil jaarlijks 100.000 woningen bouwen. Twee derde daarvan moet betaalbaar zijn, waarvan 30% sociale huur. We hebben extra aandacht voor starters, gezinnen en ouderen. In de regio maken we strakke afspraken om deze woningen ook echt te realiseren.
Vaste quota maken bouwen onrendabel. Geef ontwikkelaars ruimte; zo komt het middensegment terug.
Er moet in alle segmenten gebouwd worden. Er zijn ook veel betaalbare koopwoningen nodig. Gemeenten en provincies moeten hierin hun eigen afwegingen maken, afhankelijk van de regionale en lokale behoefte. Daar hoort geen dwingend, landelijk percentage van 35% sociale huur bij.
We willen dat wonen weer betaalbaar wordt voor iedereen. Daarom zorgen we dat minstens twee derde van de nieuw te bouwen huizen betaalbaar is, waaronder 30 procent sociale huur. Deze afspraken zijn recent gemaakt en hier houden we ons aan.
Volt wil dat minstens 30% van de nieuwbouwwoningen sociale huur is. Twee derde van alle woningen moet betaalbaar zijn: dus sociale huur, middenhuur of koopwoningen die passen bij een middeninkomen. Zo krijgt iedereen een eerlijke kans op wonen.
Het is in de eerste plaats aan gemeenten en ontwikkelaars om te bepalen welk type woningen waar wordt gebouwd. Het Rijk moet niet van bovenaf een minimumpercentage opleggen. JA21 wil in plaats daarvan bouwen om de doorstroom vanuit sociale huurwoningen te bevorderen en de immigratie fors beperken.
Corporaties dienen sociale huurwoningen te bouwen. De oplossing voor de woningmarkt is dereguleren. Javier Milei bewees het succes hiervan in Argentinië. Veel minder regels resulteerde in veel meer aanbod en lagere huren.
De LP is voor een vrije woningmarkt. Ontwikkelaars moeten kunnen bouwen waar vraag naar is, zonder restricties. De staat heeft tientallen jaren ingegrepen op de woningmarkt met desastreuze gevolgen. Wij vinden dat de overheid zich niet hoort te mengen in de markt voor koop- en huurwoningen.
Bouwen naar behoefte is belangrijker en ook per regio kan dit verschillen. Dus de algemene formulering is niet gewenst. Er moet gezorgd worden voor genoeg woningen binnen de betaalbaarheidsmogelijkheden. Het bouwen van seniorenwoningen zorgt voor doorstroming.
Meer woningen bouw je met vrijheid, niet met quota. Een verplichte 35% sociale huur vertraagt projecten en houdt de markt scheef. Vrij Verbond kiest voor eigenaarschap en marktwerking, zodat er sneller betaalbare woningen komen voor iedereen.